Babytherapie – Jan Peeters


Babytherapie, wat kan ik me daarbij voorstellen?
Mijn naam is Jan Peeters (1956). Naast vader mogen zijn ben ik opa van 4 prachtige kleinkinderen. Ik ben voor mezelf geïnteresseerd in de tijd toen mijn moeder zwanger was van mij doordat ik klachten in de loop der tijd ontwikkeld heb waar ik steeds opnieuw in bepaalde mate mee wordt geconfronteerd. Mijn moeder en ik hebben 3 dagen gedaan over bevallen en geboren worden.
Iedereen is begonnen vanuit de samensmelting van een zaad- en eicel. Is zijn – haar reis begonnen in de buik, baarmoeder, van onze moeder. Dat betekent dat wat we weten vanuit de prenatale psychologie en de babytherapie, ook voor later in ons leven behulpzaam kan zijn om de dingen waar we last van hebben, of zelfs onder lijden, aan te gaan en er van te kunnen helen.
Het werken met datgene waar baby’s, kleine kinderen, last van hebben (en daarmee de ouders en de eventuele rest van het gezin) is gebaseerd op jarenlang onderzoek, al vele decennia. Er wordt daarbij ook uitgegaan van ‘hoe werkt ons lichaam, onze biologie?’
Ik ben al een aantal jaar in training bij specialisten en pioniers op dit gebied. Mijn kennis en ervaring vanuit de lichaamsgerichte traumatherapie is daarbij uitermate behulpzaam.
Wat heeft iemand nodig, wat heeft een baby nodig, wat hebben de ouders nodig, als (langdurig) er problemen zijn op fysiek, emotioneel en/of geestelijk gebied?
Baby’s maken kenbaar waar ze mee te maken hebben, maar kunnen het verbaal nog niet overbrengen. Hun communicatie naar de ouders is dan ook non-verbaal. Door middel van lichaamstaal en wat wel al beschikbaar is: lachen, huilen, boos / driftig zijn, of ‘stil’ vallen. Daarnaast is bekend dat baby’s universele geluidjes maken die ‘vertellen’ wat ze nodig hebben. Universeel, is uit onderzoek gebleken, zijn er een 5-tal geluidjes te onderscheiden, ongeacht hun kleur, ras.
In deze minilezing wil ik een aantal voorbeelden aandragen vanuit mijn praktijk. En wanneer is er sprake van trauma? Of beter, wat maakt dat ons kind, zoveel huilt, slecht eet, trager in ontwikkeling is dan artsen en consultatiebureaus ‘normaal’ vinden? Ook (terugkijkend): “ons kind heeft altijd al een rugzakje gehad”. Is dat normaal? ……